De noodzaak van bewegingsvrijheid

Het paard is een vlucht-, prooi- en uiterst sociaal kuddedier. Zijn eigenheid bepaald dat hij bewegingsruimte nodig heeft om zich in veiligheid te kunnen brengen, zich te kunnen uiten, spanning af te laten vloeien, hun (evt.) jongen te kunnen verzorgen, de onderlinge verhoudingen te bestendigen en toegang te krijgen tot zijn natuurlijke levensbehoeften. Zijn eigenheid bepaald ook dat het paard fysieke, mentale en emotionele ‘bewegingsvrijheid’ nodig heeft om zijn toestand te optimaliseren die in eerste instantie goed is voor hemzelf. Als je uitgaat van het welzijn en levensgeluk van het paard is het belangrijk dat je in je omgang en huisvesting zo dicht mogelijk in de buurt van zijn natuurlijke levensbehoeften en van die eigenheid blijft.

Paarden beredeneren niet zoals mensen dat doen, ze handelen primair

Paarden beredeneren niet en doen niet aan theorievorming. Ze handelen primair en er volgt een instinctieve reactie op wat zich aandient. Elk gedrag wat een paard vertoont wordt in gang gezet vanuit de wens om hun individuele ongeschonden toestand te optimaliseren (zichzelf in veiligheid te brengen). Met maar één doel…..overleven! Bij direkt levensgevaar vlucht, vecht of ‘bevriest’ het paard. Binnen de groep communiceert het paard middels subtiele signalen en met een heel scala aan (verfijnde) gedragingen wat tussen vluchten en vechten inzit.

Bewegen leidt het paard naar een natuurlijke oplossing

In de natuurlijke wereld zijn de besproken overlevingsreacties vluchten, vechten of ‘bevriezen’ normaal, gezond en voordelig voor het paard. Als het paard (e.a. dieren) levensbedreigende gebeurtenissen meemaken, zijn ze de eerste schok snel te boven en herstellen zich weer. Hun reacties zijn van korte duur en worden niet chronisch. Al decennia lang hebben ze weten te overleven door te leren, door het vermogen om uiterlijke aanwijzingen onmiddellijk te vertalen in instinctieve reacties van binnenuit. Het vermogen zichzelf op de omgeving af te stemmen en er één mee te worden, houdt hen in leven, zonder onderscheid tussen stimulus en respons. Deze afstemming is cruciaal voor de overleving van alle organismen. Hoe kunnen we anders tijdig en op de juiste manier op geboden kansen of gevaar reageren? Het voertuig voor deze harmonieuze aanpassing is HET LICHAAM. Zijn veiligheid is afhankelijk van aanwezig zijn in het hier en nu, dus door lichamelijk gewaar te zijn en waarmee het paard zijn eigen toestand optimaliseert. Hij brengt zichzelf in veiligheid door fysiek, mentaal of emotioneel ‘in beweging’ te komen, al dan niet subtiel. Dit voert hen naar een natuurlijke oplossing.

Gedrag wat het paard zijn overlevingskansen vergroot, wordt vaker vertoont

Een paard wat structureel in zijn bewegingsvrijheid wordt beperkt en ervaart dat het met een bepaald gedrag zijn overlevingskansen vergroot, zal dat gedrag vaker gaan vertonen. Het is goed te weten dat wanneer het paard iets doet het niet persé wil zeggen dat het hij het ook leuk vindt om te doen. Veel paarden worden onbegrepen en ontwikkelen, net als wij, traumatische stress symptomen, omdat huisvesting en training ver afstaan van het paard zijn natuurlijke levensbehoeften en paardeigenheid. Het paard bouwt spanning op. Deze situatie is voor het paard chronisch en leidt tot ernstige welzijnsproblemen voor het paard. Het lastige is dat veel paardenliefhebbers de behoefte van het paard aan bewegingsvrijheid niet herkennen en veelal niet erkennen. Het ‘gevolg’ gedrag wordt als ongewenst gedrag gezien. Het paard moet er mee leren leven, een gedragsdeskundige of dierenarts wordt erbij gehaald en hulpmiddelen worden ingezet om tot acceptabel gedrag van het paard te komen. De oplossing ligt in dat wat het paard van nature nodig heeft.

Omgaan met het paard is ‘leren laveren’ en laten bewegen

Een paard als vlucht-, prooi- en uiterst sociaal kuddedier gaat ritmisch en gemakkelijk heen en weer tussen een staat van ontspannen alertheid en extreme waakzaamheid. Deze overgang van de staat van paraatheid (spierspanning) naar een staat van normale, ontspannen activiteit zouden we moeten leren waarnemen en moeten leren begeleiden i.p.v. in te dammen. Zoek een instructeur of leraar die daarvoor open staat en de benodigde kennis en de vaardigheden heeft om je vaardigheden te ontwikkelen waarbij het paard zijn individuele toestand kan ontwikkelen die in eerste instantie goed is voor hemzelf. Kijk kritisch naar de manier waarop je je paard(en) huisvest en zoek uit wat de mogelijkheden zijn om die ten gunste van het welzijn van het paard te optimaliseren. Dat vraagt om buitenruimte/leefomgeving waar het paard op elk eigen gewenst moment van A naar B kan gaan, kan grazen, sociaal contact kan opzoeken, zich ’terug kan trekken’, kan gaan liggen, toegang heeft tot water en ruwvoer, zich in veiligheid kan brengen (géén smalle en doodlopende paden), zich kan uiten enz.. Zoek uit wat dat in de praktijk betekent. Door je paard te observeren, zijn gedrag te benoemen en op te zoek te gaan naar de biologische oorsprong ervan, ga je zien wat hij nodig heeft van jou. Want beweging = gedrag = informatie!

Ik hoop dat deze informatie je helpt en graag tot het volgende nieuwsbericht.

Voor reacties mail naar info@nicolineraimond.nl. Je krijgt altijd een bericht terug.

Nicoline.